Vandaag wandelen we eerst door onze wijk naar het stemlokaal in de Nieuwe Hommel, we zijn benieuwd wat de dag gaat brengen en hopen op een rechtvaardige wereld waar alle mensen welkom zijn. Daarna reizen we naar Lomm, ja Lomm. We ontdekten dat we niet met het OV van Straelen naar Venlo konden, dus we starten op een andere plek. Lomm ligt ten hoogte van Straelen, maar dan aan de Nederlandse kant. Daarmee laten we het Duitse deel van de St Jacobsweg nu achter ons.
We lopen door de Maasduinen, een verrassend mooi en afwisselend natuurgebied met bossen, vennen, meertjes en open stukken. De zon schijnt en het is koud, een goede november combi. We verbazen ons dat er zoveel onbekende natuurgebieden zijn in ons kleine landje die we helemaal niet kennen. We komen hier vast nog weer terug!
Als we dan het natuurgebied uitlopen over een viaduct over de snelweg heen, staan we opeens op het industrieterrein van Venlo. Terwijl we daar doorheen lopen ontdekken we ook weer mooie plekken: de kapel van Genooy, vol met net aangestoken kaarsen, we zijn even stil als we daar zijn. We lopen verder langs de Maas. Wat staat dat water hoog en lopen naar de Sint Martinusbasiliek voor een stempel. Een vrijwilliger vertelt ons van de geschiedenis duizend jaar geschiedenis van deze kerk en de stad. Ik ben me er nooit zo bewust van geweest dat Venlo zo gebombardeerd is tijdens het einde van WO2.
“Martinus begreep dat de bedelaar, nu de anderen hem geen barmhartigheid betoonden, voor hem was bestemd. … Daarom greep hij het zwaard waarmee hij was uitgerust, verdeelde er zijn mantel mee in twee stukken en gaf één ervan aan de arme; het andere trok hij zelf weer aan. Intussen begonnen enkele omstanders te lachen, omdat hij er met de afgesneden mantel als een mismaakte uitzag. Maar velen ook, die gezonder van geest waren, zuchtten diep, omdat zij niet iets dergelijks gedaan hadden. Want juist zij, die rijker waren, hadden de arme kunnen kleden zonder zelf naakt te hoeven worden.”
Uit: Sulpicius Severus, Het leven van de heilige Martinus; vertaald door P. Nissen en E. Rose (Kampen 1997)